Door
Om gebruikte Digiboxen, Digicorders en modems een tweede leven te geven, werkt Telenet samen met de beschutte werkplaats BW Imsir. We volgen een toestel doorheen de werkplaats.
Telenet krijgt regelmatig toestellen terug van klanten. Dat kunnen defecte Digicorders zijn of Digiboxen van mensen die een duurder toestel kopen. Het oude toestel gaat niet de vuilbak in, maar wordt eerst geïnspecteerd. Toestellen die goed genoeg zijn voor hergebruik worden klaargemaakt voor een tweede carrière.
De toestellen komen ongesorteerd de werkplaats binnen. Daar worden ze uitgepakt en wordt de rommel van de waardevolle voorwerpen gescheiden. Kabels, snoeren, plastic en karton gaan meteen naar de recyclage. De toestellen zelf worden apart gehouden voor de volgende stap.
Lege batterijen, documenten en kaarten worden ook apart gehouden. De kaarten uit de Digibox worden voor Telenet ook gerecupereerd. Telenet betaalt immers licenties voor de technologie in de kaarten. En zo kan Telenet behoorlijk wat licentiegelden recupereren.
,
De belangrijkste stap in heel het verwerkingsproces is het inboeken. Dat is het bureau waar elk binnengekomen toestel geregistreerd wordt. Deze administratieve mallemolen is zo belangrijk voor de werking van heel de afhandeling, dat er twee begeleiders werken bij vier medewerkers. Normaal is de verhouding één op tien.
Heel de workflow van BW Ismir is uitgewerkt door ingenieurs van Telenet zelf. En daar horen enkele heel praktische innovaties bij, zoals de verpakking. Van bij het begin van de verwerkingscyclus worden de Digicorders per vijf in een grote kartonnen doos gestoken. Ze zitten elk apart in een soort map die binnenin met mousse bekleed is. Door één verpakking te gebruiken, wordt verpakkingsverspilling vermeden. En de kans op schade wordt ook kleiner, terwijl de toestellen zelf makkelijk bereikbaar zijn om de barcodes ervan in te scannen.
Zodra alles ingeboekt is, gaan de toestellen naar de benedenverdieping. De werkvloer van BW Ismir is in tweeën gedeeld. Dat is zo gedaan om de bouwkosten te drukken. Het gebouw is er immers speciaal gezet om Telenet te kunnen bedienen. En omdat BW Ismir moet kunnen concurreren met commerciële bedrijven, is kostenefficiëntie van belang. De rode loper die er ligt, is trouwens enkel voorzien om partners rond te leiden. Normaal ligt die er niet.
,
Vanaf dit punt splitst de workflow zich voor de Digiboxen en voor de modems. We volgen eerst even de modems. Die gaan allemaal in een testbank, waar ze aangesloten worden. Deze testbank kan al de nieuwste generatie toestellen aan die ook voor Fibernet geschikt zijn.
De werknemer krijgt op een computerscherm te zien welke toestellen naar behoren functioneren en welke stuk zijn. Groen licht betekent dat de modem goed is voor hergebruik, rood licht is het einde van de carrière. De gedetailleerde testresultaten worden vanzelf naar Telenet verstuurd.
Modems die bestemd zijn voor hergebruik, worden eerst nog gepoetst. Na het poetsen, komt er een folie over. En dan zijn de modems klaar voor carrière nummer twee.
,
De Digiboxen volgen een licht ander traject. Eerst wordt er gekeken naar hun leeftijd. Als ze te oud zijn, is het niet zinvol ze opnieuw te gebruiken. Toestellen die wel nog voor hergebruik in aanmerking komen, krijgen een update van de firmware.
Zodra de nieuwe firmware op de Digiboxen staat, worden de toestellen getest. De testbanken zelf zijn ergonomisch ingericht met computers met een aanraakscherm. Ook hier zijn de testresultaten eenvoudig te lezen voor de werknemer: een goed- of afkeuring. De gedetailleerde testresultaten gaan naar Telenet.
,
Ook Digiboxen krijgen een schoonmaakbeurt.
Voedingen worden getest en klaargemaakt voor hergebruik.
Wanneer de Digiboxen helemaal in orde zijn, worden ze verscheept naar de fabriek in Polen. Daar worden ze verder klaargemaakt voor hergebruik. Door hier al een eerste selectie te maken, worden onnodige transport- en verwerkingskosten vermeden.
Bij BW Imsir werken veertig mensen die in een jaar zo’n miljoen toestellen behandelen. Van de toestellen die opnieuw in gebruik genomen worden, komt er in minder dan één procent van de gevallen klachten binnen.
