Om de brug te slaan tussen het huidige 2D-aanbod en het toekomstige 3D-aanbod, lijkt realtime conversie van bestaande content de oplossing. Bijna alle televisiefabrikanten hebben op hun 3D-televisies een 2D-naar-3D- conversieoptie voorzien. Daarmee kan je om het even welk programma in 3D bekijken.
Los van de vraag of het zinvol is om het nieuws of de zoveelste heruitzending van FC De Kampioenen in 3D te bekijken, stellen we ons echter ernstige vragen over de kwaliteit van die conversie. Dat 2D-beelden naar 3D converteren geen sinecure is, kan iedereen beamen die vorig jaar naar de 3D-versie van Clash of the Titans ging kijken.
Teleurstellend
Deze film die bij de postproductie nog snel naar 3D werd omgezet, maakte perfect duidelijk hoe banaal en slecht 3D kan zijn als een producent het verkeerd aanpakt. En die conversie gebeurde dan nog in een professionele studio, niet in realtime. Er is dan ook geen enkele reden om te denken dat televisies zo’n conversie beter zouden doen.
Daar zijn verschillende redenen voor. In de eerste plaats moeten bij de creatie van 3D-content nieuwe regels worden gehanteerd voor de kadrering van het beeld, de snelheid waarmee de camera mag bewegen, de sterkte van het diepte-effect, enzovoort. Regisseurs en cameramensen moeten dus leren denken in 3D.
Het spreekt voor zich dat men daar bij 2D-content geen rekening mee hield bij de opnames. Zetten we 2D-content zomaar om naar 3D, dan bestaat het risico dat we heel wat van die regels breken. En dat leidt dan weer tot hoofdpijn en vermoeidheid bij het kijken.
Computerspieren
Daarnaast vereist een 2D-naar-3D-conversie heel wat rekenkracht. Moderne televisies spelen dat verbazingwekkend genoeg al klaar. Maar ze zijn nog niet goed genoeg om een gedetailleerd en gegarandeerd correct diepte-effect te genereren. Soms resulteert dat in een pop-up kinderboekeffect: de achtergrond blijft vlak en één voorwerp ziet eruit alsof het uitgesneden is, waardoor het wat naar voor lijkt te komen.
Erger is het wanneer het algoritme de fout in gaat en verkeerde zaken naar voor of naar achter duwt. Ook dat leidt tot een vermoeiende en/of pijnlijke kijkervaring. Om de nefaste neveneffecten van die omzetting te verminderen, kan je vaak via een instelling op de televisie het 3D-effect beperken.
Maar dan stellen we ons de vraag of het überhaupt nog zinvol is. Dat antwoord kan je alleen maar zelf geven nadat je het hebt uitgeprobeerd, maar aan ons is conversie alvast niet besteed.