Na die vileine production code uit de vroege jaren ’30, die onder meer seks en geweld in de film aan banden legde, zat Hollywood twee decennia lang aan de Temesta: al wat een beetje stout was, werd bij voorbaat geweerd door de filmstudio’s, die dus gedurende de hele jaren ’40 en ’50 bijna uitsluitend eerbiedwaardige crap op het volk loslieten.
Dat veranderde echter aan het einde van de jaren ’60, toen er een nieuwe generatie filmmakers de kop opstak. Martin Scorsese (Taxi Driver), Arthur Penn (Bonnie and Clyde) en John Schlesinger (Midnight Cowboy), om er maar een paar te noemen, hadden schijt aan al dat geconformeer, en pompten een hondsbrutaal, eerlijk en relevant naturalisme in hun prenten.
Hun films presenteerden het soort vernieuwing die we tien jaar geleden ook ineens zagen op televisie, met reeksen als The Sopranos en The Wire: er mochten al eens kosten zijn aan de hoofdpersonages, de goeien wonnen niet per definitie, en hetgene wat je te zien kreeg bleef niet bij de brave bovenstroom. Film zoals het leven, quoi.
Eind jaren ’90 schreef auteur Peter Biskind er het gezaghebbende boek Easy Riders, Raging Bulls: How the Sex, Drugs and Rock ‘N’ Roll Generation Saved Hollywood over, een werk dat in 2003 de grondstof vormde voor deze – op Canvas in twee delen uitgezonden – documentaire.
Zondag 19 juni, Canvas, 23u15