Door Dat ze bij B&O een handje weg hebben van tijdloze designs is niets nieuws. Kijk bijvoorbeeld maar naar de Form 2 (lees hier de review), een hoofdtelefoon die al 25 jaar in het aanbod van B&O zit en nog steeds fris voor de dag komt.
Of Bang & Olufsen datzelfde kunstje weet te herhalen met de nieuwe H6 kan alleen de toekomst uitwijzen, maar de voortekenen zien er alvast gunstig uit.
,
De H6 is – samen met de H3 (249 euro, de test lees je hier) – de meest recente toevoeging aan het Play-subgamma van Bang & Olufsen. Het gaat om een over-ear hoofdtelefoon die de oren compleet omsluit en qua look-and-feel alle vakjes aantikt die we bij een B&O-product verwachten.
Dat uit zich in eerste instantie op twee gebieden: de materiaal- keuze en het design. Zo heb je bijvoorbeeld recht op oorkussens in erg zacht kwaliteitsleder, terwijl er voor de covers van de behuizingen geanodiseerd aluminium wordt gebruikt. Het frame van de hoofdband en de beugels waaraan de behuizingen vastzitten zijn dan weer uitgevoerd in metaal.
Kortom, alles schreeuwt zo’n beetje het tegenovergestelde uit van ‘goedkoop’. Datzelfde kan ook worden gezegd van het design zelf, dat van de hand van de Deense designer Jakob Wagner komt. Zo prijkt er alleen een klein en subtiel B&O-logo op de behuizingen, maar verder is er geen opschrift te bekennen dat het eenvoudige maar sierlijke lijnenspel doorbreekt.
Die combinatie zorgt alvast voor een stijlvol totaalpakket, alsof de H6 regelrecht uit de rekken van een design- boetiek komt.
,
Bang & Olufsen heeft niet alleen een reputatie op het vlak van design, zoals wel meer Scandinavische bedrijven heeft het merk ook lak aan conventies. Ook bij de H6 merk je dat hier en daar.
Het meest markante trekje is de vreemde links/rechts-aanduiding, die B&O in gigantische zwarte letters aanbracht op de (olijfgroene) stof op de binnenzijde van de behuizingen. Het is weer eens wat anders dan een subtiele L en R op de hoofdband.
Van subtiel gesproken: wanneer we de onderkant van de behuizingen bekijken, zien we daar twee 3,5-millimeter aansluitingen. Eén ervan is bestemd voor de verwisselbare kabel, een 125 centimeter lang exemplaar met iPod-compatibele remote en microfoon dat uitloopt op een rechte 3,5-millimeter plug.
De andere connector is bestemd voor een tweede hoofdtelefoon, die ‘in serie’ aan de H6 kan worden gekoppeld voor gedeeld luister- plezier. Dat hebben we nog niet eerder gezien.
Het enige wat een beetje tegenvalt zijn de accessoires die B&O bij de H6 levert. Niet dat je echt iets te kort komt, maar met alleen een vliegtuigadapter en een soepel draagtasje is de oogst wat magerder dan bij de meeste rechtstreekse concurrenten.
,
Nu is een elegante hoofdtelefoon ontwerpen één ding, ervoor zorgen dat hij ook comfortabel zit is een ander paar mouwen. Gelukkig blijkt B&O zijn huiswerk netjes te hebben gedaan, wat zich vertaalt in een goede ergonomie.
Hoewel er aan de binnenkant van de traploos instelbare hoofdband amper dempend materiaal aanwezig is, zit de H6 comfortabel op het hoofd. De pasvorm is aan de vaste kant, waarbij de drukpunten met name rond de oren zitten. Maar omdat de druk netjes verdeeld wordt over het hele contactoppervlak en de malse oorpads voor een goede demping zorgen, lijdt het comfort maar licht onder die eerder strakke pasvorm.
Bovendien blijft de Bang & Olufsen H6 daardoor opvallend goed op zijn plaats zitten, ook wanneer je in beweging bent. Tel daar nog bij dat de H6 bepaald niet veel weegt (amper 210 gram, exclusief kabel) en je snapt waarom B&O met deze hoofdtelefoon vooral op een mobiel publiek mikt.
Wat wel een nadeel kan zijn voor mobiele gebruikers, is dat de H6 zich niet laat opvouwen. De oorschelpen kan je wel 90 graden draaien zodat de hoofdtelefoon mak- kelijker in een aktetas past, maar dan nog blijft het een vrij groot pakket.
,
Wanneer we de H6 opzetten, valt de goede isolatie van omgevingsgeluid meteen op. De gesloten constructie zorgt er (in combinatie met de vrij strakke pasvorm) voor dat onze redactie plots nagenoeg stil lijkt, zelfs zonder dat er muziek weerklinkt door de H6. Van zodra De B&O H6 is geen noise-cancelling hoofdtelefoon, maar toch biedt hij een erg goede isolatie van omgevingsgeluid we onze afspeellijst starten lijken we zelfs volledig in een cocoon te zitten, afgesloten van de drukte om ons heen.
We trappen af met het tijdloze Mlah van Les Négresses Vertes. En dat blijkt de H6 prima af te gaan, al moet de volumeknop een stuk verder opengedraaid worden dan normaal als compensatie voor de wat lagere gevoeligheid.
In no time staan er dan ook heel wat positieve opmerkingen in ons notitieblok, zoals een prima imaging, een vrij breed gespreid geluid (niet evident bij een gesloten hoofdtelefoon) en een uitstekende detailweergave. Ook wanneer verschillende zanglijnen en instrumenten samen aan het werk gaan – zoals in het opzwepende ‘Zobi la Mouche’ – weet de H6 alle verschillende elementen goed te scheiden zonder al te analytisch te werk te gaan.
Ook de stem van Helno – de veel te vroeg overleden zanger en frontman van de groep – komt goed tot haar recht, al staat ze een miniem stukje verder op de achtergrond dan we gewend zijn. Ook met livewerk – we luisteren naar de soundtrack van de Leonard Cohen-docu I’m Your Man – worden die sterke punten opnieuw bevestigd.
De tonale balans blijkt bovendien goed gekozen te zijn. Perfect neutraal is de H6 niet – hij neigt misschien net wat naar de heldere kant – maar bij een hoofdtelefoon voor onderweg is dat ook niet echt zo’n punt voor de meeste luisteraarts.
Opvallend is overigens dat deze H6 alles- behalve een basmonster is, ondanks de gesloten constructie en strakke pasvorm. Zo krijg je bij muziek met een stevige baslijn – we halen meneer Lee ‘Scratch’ Perry er even bij – niet de slam en impact te horen die je van een gesloten over-ear hoofdtelefoon verwacht bij dit soort tracks, maar de extensie is er wel.
,
De H6 gaat de strijd aan in een marktsegment waar de concurrentie moordend is, maar dat doet hij niet zonder troeven. Het fraaie design, de quasi perfecte afwerking en de chique materialen geven deze Bang & Olufsen het cachet dat je bij een prestigemerk verwacht, terwijl hij ook op klankmatig vlak goed uit de hoek komt. Het prijskaartje van 399 euro vinden we echter aan de hoge kant.
