Toen de videogamecultuur vijftien jaar geleden begon op te borrelen naar het brede publiek, werden ook nieuwe helden gecreëerd. Een daarvan was Lara Croft, een avonturierster met zulk een wespentaille en dikke loezen dat de combinatie van de twee bij een echt vrouwmens gewoon haar rug zou doen breken.
Een onvermijdelijke filmversie volgde, en de figuur kreeg gestalte in het iets meer binnen realistische proporties blijvende, maar daardoor niet minder bekoorlijke lijf van Angelina Jolie. Lara Croft: Tomb Raider brak in 2001 ook met een andere traditie, deze keer in de publiekscinema: de onvermoeibare drang die makers van populaire films tijdens de jaren daarvoor voelden om ook wat existentiële zwaarte (zie bijvoorbeeld The Matrix) in hun werk te parkeren.
Werkt niét, en dat weet deze Lara Croft: Tomb Raider te bewijzen: de film is een ongegeneerde rollercoasterrit, die enkele jaren later het nog leukere vervolg Lara Croft Tomb Raider: The Cradle of Life opleverde.
Maandag 15 augustus, VT4, 21u00