Toshiba was, net als Sony, onder de indruk van het haarscherpe beeld van OLED-televisieschermen. De Japanse fabrikant had alleen niet gerekend op het prijskaartje dat aan de massaproductie van zijn 30 inch grote televisie hangt en wil nu wachten tot na 2010.
Als eerste grote televisiemaker maakte Sony enkele maanden geleden bekend dat het met de XEL-1 een OLED-televisie op de markt ging brengen. Deze schermen bevatten duizenden lichtgevende diodes, waardoor extra schermverlichting zoals bij lcd niet nodig is. OLED wordt daardoor niet alleen veel zuiniger, maar levert daarnaast veel scherper beeld op dan plasmatelevisies en de eerder genoemde lcd-schermen.
Toshiba, dat na Sony, Samsung en Epson de vierde is die een eigen OLED-televisiemodel op de markt wil brengen, heeft zich verkeken op de kosten van de nieuwe technologie. Sony’s XEL-1, die elf inch groot is, zal 1.150 euro in de winkel kosten en de dertig inch van Toshiba was een stap te ver van het researchlab naar de fabriek. Het Japanse bedrijf stelt de productie uit tot na 2010 en richt zich op de fabricage van kleine OLED-schermpjes voor mobiele telefoons. Het Koreaanse Samsung maakt onlangs bekend dat het groot inzet op soortgelijke minipanelen.
Nog jaren
Onderzoeker iSuppli denkt dat het nog
Als OLED enige rol van betekenis wil spelen op de televisiemarkt, moeten eerst meer elektronicabedrijven de tenen in het koude water durven steken. “Het zal een uitdaging voor OLED worden om de inhaalslag te maken,” zegt Paul Semenza van iSuppli, “vooral gezien de investeringen die in andere technologieën zijn gestoken.” De onderzoeker is echter vol vertrouwen en schat dat de wereldwijde OLED-televisiemarkt in 2014 1,4 miljard dollar waard is. Die waarde ligt in 2007 nog op een fractie daarvan: rond de twee miljoen dollar.