Onder ede heeft het hoofd van Sony BMG’s juridische afdeling toegegeven dat de vele rechtszaken tegen P2P-gebruikers niets opleveren, maar de platenindustrie juist bakken vol met geld kosten.
Sony BMG’s Jennifer Pariser deed haar uitspraken in het getuigenbankje tijdens de zaak ‘Capitol Records v. Jammie Thomas’, die in de Amerikaanse staat Minnesota wordt beslecht. De vrouw werd aangeklaagd nadat SafeNet, een speurhond van de platenindustrie, had geconstateerd dat Thomas via het IP-adres 24.179.199.117 honderden muziekbestanden deelde via het P2P-programma Kazaa. Het is de eerste keer dat een aangeklaagde P2P-gebruiker en de muziekindustrie voor een jury staan.
Thomas’ advocaat David Toder wist de hooggeplaatste Sony BMG-medewerker te ontlokken dat IP-adressen en screenshots “geen mensen kunnen herkennen”, meldt Ars Technica, dat bij de rechtszaak aanwezig was. De Recording Industry Association of America (RIAA), waarin alle grote platenlabels zijn vertegenwoordigd, eist 1,2 miljoen dollar schadevergoeding van de moeder van twee kinderen. Thomas, op haar beurt, zegt dat zij en haar kinderen geen seconde illegale muziek hebben gedeeld en weigert een schikking te treffen.
De advocaat wilde daarnaast van Pariser weten hoeveel Amerikanen RIAA inmiddels heeft aangeklaagd. Ze schatte dat aantal op “enkele duizenden” en voegde daar aan toe dat de platenindustrie miljoenen heeft geïnvesteerd in SafeNets onderzoek en de individuele gang naar de rechtbank. “We hebben geld verloren aan dit programma”, zei ze onder ede.
Pariser kon de advocaat niet vertellen hoeveel geld de platenindustrie is misgelopen door toedoen van illegaal downloaden. “Dat weten we niet”, vertelde ze Toder. “Ik kan geen andere personen als schuldigen identificeren buiten de rapportages van SafeNet, maar ik weet dat vele anderen zijn voorgegaan. Zo werkt het systeem nu eenmaal.”