Het einde van het muziek-kopieerslot (DRM) lijkt nabij, nu ook Sony BMG aankondigt dat het zijn gedeeltelijke catalogus zonder deze beveiliging gaat aanbieden. Het label verkoopt als laatste van de ‘Grote Vier’ uitsluitend beveiligde muziek.
Het Amerikaanse tijdschrift Business Week kwam erachter dat Sony BMG het eerste jaarkwartaal in zee wil gaan met Amazons DRM-vrije webwinkel. Deze digitale muziekhandel moet een belangrijke concurrent worden van het almachtige iTunes van Apple. Het label, ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen Sony en Bertelsmann, volgt op de voet van Warner Music. Dat bracht eind december eveneens zijn catalogus DRM-loos bij Amazon onder.
Sony BMG maakt in de komende weken precies bekend hoe het zijn plannen gaat vormgeven. Naar verwachting neemt het label al begin februari deel aan een reusachtige reclamecampagne van Pepsi, waarin een miljard muzieknummers worden weggeven. Dit is een manier van promotie waar de platenmaatschappij ervaring mee heeft. In het afgelopen half jaar stelde Sony BMG gratis muziek beschikbaar van artiesten die onder een bepaald verkoopaantal bleven.
De stap lijkt het einde in te luiden van het kopieerslot op muziekbestanden. De ‘Grote Vier’ zien in dat ze de vrije muziek makkelijker in kunnen zetten voor acties als de Pepsi-campagne of verkoop via sociale netwerksites als Facebook, MySpace of Hyves.
De veranderende houding van de grote labels betekent slecht nieuws voor de organisaties die hun rechten bewaken. De consequenties zijn al zichtbaar. Eerder lekte uit dat EMI en Warner minder geld willen steken in geldsverslindende rechtszaken tegen downloadende consumenten. IFPI maakte bekend dat het flink gaat bezuinigen en nu zijn de gevolgen ook bij industrieassociatie RIAA merkbaar.
Een groep van 109 personen, onder wie RIAA-bazen Mitch Bainwol and Cary Sherman, ziet de bui al hangen en is massaal opgestapt, meldt de weblog P2P-net. “We zijn het zat om te worden gedemoniseerd en belasterd,” aldus een woordvoerder van de groep. De blog meldt ook uit anonieme bron dat vrijwel de helft van de opgestapte RIAA-ploeg een nieuwe baan heeft gevonden bij de Motion Picture Association of America, vertegenwoordiger van de grote Amerikaanse filmstudio’s.