Songschrijvers, componisten en muziekuitgevers gaan meer geld vragen van Apple en andere online verkopers. Niet alleen voor muziek maar ook voor gedownloade films en tv-shows.
De redenering is dat er ook muziek in films en tv-series wordt gebruikt. De sector wil zelfs compensatie voor de dertig seconden voorbeluistering binnen iTunes. De vraag komt onder meer van de American Society of Composers, Authors and Publishers (ASCAP) en Broadcast Music Inc (BMI).
Het is onwaarschijnlijk dat het publiek blij is met de eisen van de sector. Toch benadrukken de organisaties dat ze onder aan de spreekwoordelijke voedselketen staan. Dit terwijl televisienetwerken en grote film- en muziekstudio’s er ook een graantje van meepikken.
9,1 cent
"Wij verdienen 9,1 dollarcent per verkocht nummer", zegt Rick Carnes, president van de Songwriters’ Guild of America. "Gisteren kreeg ik een cheque voor twee cent en dat is geen grap. Mensen denken dat we rijk worden van het internet, maar het gaat maar om een klein bedrag. We hebben meerdere bronnen van inkomsten nodig."
De discussie gaat voor een groot deel over licenties. Zo zijn er de performance fee en de mechanical fee. De eerste is een vergoeding voor het afspelen van muziek in een restaurant of tijdens een voetbalmatch en wordt geïnd door organisaties als ASCAP en BMI. De mechanische vergoeding is er voor het recht om het nummer op te nemen of te distribueren.
,
Als we die situatie verplaatsen naar het internet, dan is er wel een mechanische vergoeding voor de legaal gedownloade nummers, maar geen uitvoeringsvergoeding. Omdat je op iTunes muziek kan streamen en voorbeluisteren vindt de sector dat ze daar ook een vergoeding voor moeten krijgen.
Niet online betaald
De sector probeert de hogere vergoeding nu via lobbywerk bij de Amerikaanse overheid te verkrijgen. Dat zou impliceren dat online muziekverkopers ook een performance fee moeten betalen, aldus David Israelite, hoofd van de National Music Publishers Association.
"Als je een show op televisie bekijkt, dan is er een uitvoeringsvergoeding, maar als datzelfde programma wordt gedownload via iTunes dan is dat niet het geval. Wij argumenteren dat de wet wordt aangepast zodat er een vergoeding is ongeacht de manier waarop de consument kijkt."
Synchronisatierechten
Dat laatste wordt dan weer ontkracht door Jonathan Potter. Hij is directeur van de Digital Media Association, die online muziekverkopers zoals Apple vertegenwoordigt. Volgens hem wordt er wel betaald, maar is het aan de televisienetwerken en studio’s om die vergoeding te betalen. Hier gaat het om de zogenaamde synchronisatievergoeding.
Potter vindt de situatie jammer, maar benadrukt dat dit niet de schuld is van iTunes, Amazon of de consument. "Ze zijn bang dat het zakenmodel verschuift van publieke optredens naar een model van ‘afgesloten events’. Ze krijgen synchronisatierechten en mechanische rechten. De reden dat ze geen uitvoeringsvergoeding krijgen is omdat er geen uitvoering zit in een download."
Tot slot heeft Potter een duidelijke mening over het boegeroep voor Apple. "Ze pikken op Apple omdat ze zeggen dat het bedrijf bakken geld verdient. Maar ze zouden blij moeten zijn dat Apple en anderen muziek verkopen en zo miljoenen aan royalty’s genereren."
Met een bijdrage van Greg Sandoval