Showrunner Ronald Moore (de man die begin jaren ’90 ook al Star Trek: The Next Generation van zijn beste seizoenen voorzag) slaagde er met zijn Battlestar Galactica wellicht voor het eerst in om een klassieker te brouwen uit de remake van een trashy sf-reeks uit de late jaren ’70.
De mensheid, na een genocide herleid tot pakweg 50.000 zielen, is – beschermd door admiraal Adama (Edward James Olmos) – op de vlucht voor een robotras dat we zelf hebben ontwikkeld en dat zich, door zichzelf de finesses van genetische manipulatie te leren, nu modelleert naar ons evenbeeld.
Fans van het origineel komen voldoende verrassingen tegen om compleet hun aplomb te verliezen: personage Starbuck (vroeger Dirk Benedict, voor hij onsterfelijk werd als Face uit The A-Team) is nu een vrouw en de schepen van de vileine Cylons zijn halforganisch, zodat er bij ruimtegevechten niet alleen brokstukken, maar ook hompen vlees in het rond vliegen.
Maar de echte kracht van de serie ligt erin dat ook iemand die de pest heeft aan sciencefiction ze wel kan verteren: Battlestar Galactica is sf-drama dat zijn genre overstijgt, onverdunde noir, met een bijtend wanhoopsthema en personages die elkaar de verschrikkelijkste dingen aandoen om redenen die hen toch de juiste lijken.
De aflevering die je vandaag krijgt gepresenteerd, en die de inleiding vormt op het vierde en laatste seizoen van de serie, is het eerste luik van de tv-film Razor, waarin het parallelle verhaal van het slagschip Pegasus (dat eventjes de Galactica mocht begeleiden tijdens het tweede seizoen) uit de doeken wordt gedaan.
Zondag 10 juli, VT4, 0u15