Life of Pi van schrijver Yann Martel is een boek dat langs alle kanten bejubeld en bekroond werd. Maar laat een boek dat draait rond spiritualiteit zich wel vertalen naar een bekijkbare film, zelfs met Ang Lee aan het roer?
Laat je niet afschrikken door het woord ‘spiritueel’. Of toch niet te veel, want Life of Pi is inderdaad een film die sterk teert op gevoel en het filosoferen over wat echt en niet echt is in het bestaan. Dat gebeurt gelukkig niet op een droge manier.
Centraal staat Pi, een Hindu-jongen wiens ouders hun dierentuin per schip verhuizen van India naar Canada. Onderweg gebeurt het ondenkbare: het schip zinkt en Pi is de enige overlevende die een reddingsboot kan bereiken. Alhoewel, wat je alleen noemt: aan boord bevinden zich nog een zebra, hyena, orang-oetan en – oeps ndash; een tijger, Richard Parker.
De wetten van de natuur indachtig, duurt het niet lang vooraleer enkel Pi en Parker overblijven, met nog 200 dagen op zee te gaan…
Life of Pi is een heel bijzondere film, die vooral visueel spectaculair uit de hoek komt. Eentje die gemaakt is om rustig in een verduisterde kamer op een groot scherm te bekijken. En we gaan eerlijk zijn: dit is een love it or hate it-film bij uitstek. Op het einde van de nogal lange rit is de kans groot dat je hem ofwel fantastisch, ofwel waardeloos vindt. Maar onberoerd zal het je niet laten.